Stedendriehoek

Digibeet

Van de digitale wereld snap ik maar weinig. Mensen verwachten dat niet omdat ik veel online doe voor mijn werk. Zelfs mijn boekpresentatie heb ik deze week online gedaan. Vrienden namen aan dat het vanwege corona was. Maar nee…

Normaal gesproken zou ik zoiets belangrijks als een boekpresentatie nooit via de computer doen. Want ik ben niet alleen een digibeet, ook ben ik de Koningin van de Vastgelopen Computers. Ik kan een kantoor binnenlopen en iemand horen zeggen: ‘Hij loopt vast.’ Dan weet ik genoeg.

Ik ben gaan geloven dat zoiets door mij komt. Ik draag een vreemdsoortig energetisch veld bij me, zoiets moet het zijn. Bijvoorbeeld, de eerste keer dat ik de kopieerruimte inliep van de huidige school waar ik werk, liep de printer vast. Logisch, wist ik – want dat doet mijn aanwezigheid. Ik ben een soort Electro, machines ontploffen zodra ik erlangs loop.

Ik ben een soort Electro

Maar dan de voordelen: we werden niet afgeleid door de fysieke drukte van groeten en drinken en muziek luisteren. Online kun je samenkomen rond een thema, in dit geval het nieuwe boek. De deelnemers hadden oprechte interesse, waardoor we samen op een roze boekenwolk konden stappen.

Collega-schrijvers konden aanschuiven, plus boekbloggers uit het hele land. Het gesprek werd geleid door mijn collega en bestsellerauteur Chantal van Gastel. Nooit eerder had iemand van dichtbij kunnen zien hoe wij samen soms uren praten: over onze positie als vrouw, onze positie als vrouwelijke auteur en onze positie in het boekenvak.

Pas tegen het einde ontdekte ik dat ik zelf de chats kon zien, kuch, dus de digibeet in mij deed ook lekker mee. Maar toch voel ik me thuis bij deze vorm van online presenteren. Letterlijk en figuurlijk. Dus nee, de online presentatie had niets met corona te maken, ook al heb ik die door de pandemie wel ontdekt.


 

Het houdt me bezig en het vermindert de pret

“Ik weet dat het een luxe-probleem is, maar voor mij is het opvallend dat Schiphol vluchten gaat annuleren voor de zomervakantie. Ja, ik heb een reis geboekt. We gaan naar Marokko om vrienden en familie te bezoeken. Door corona zijn we er minder vaak geweest dan ik zou willen. Sowieso zijn wij niet een gezin dat ieder jaar gaat, want het is duur natuurlijk. We vinden het ook leuk om soms ergens anders naartoe te gaan. Maar dit jaar willen we dus naar de familie. Voor ons is het spannend wat Schiphol gaat doen. Ja, het houdt mij bezig en ik baal ervan. De voorpret is hierdoor wel een stukje minder. Maar zoals ik al zei: het is eigenlijk wel een luxe-probleem.” – Ragna


 

In mijn blootje voel ik me…

Marry, 62 jaar, Deventer: “Bloot lopen was voor mij vroeger niet zo’n probleem. Ik ben wel op naaktstranden geweest. In je blootje zwemmen in de zee is echt heel erg lekker. Ik weet niet hoe het komt, maar het is lekkerder dan in een badpak. Het geeft een gevoel van vrijheid. Misschien zou ik er nu ook geen probleem mee hebben, maar het komt er niet meer van. Mijn lichaam is ouder geworden, maar dat is niet iets om je voor te schamen, vind ik. Sowieso ben ik niet zo’n strandganger, maar ik heb geen moeite om naar een naaktstrand te gaan.”

 

Ganna, 45 jaar, Apeldoorn: “Ik ben opgevoed in een naaktloophuis. Ik doe dat zelf ook. Totdat ik het huis uit ging, bijvoorbeeld, kroop ik gerust poedelnaakt bij mijn ouders in bed. Als er vriendjes waren die voor het eerst bleven slapen, waren ze weleens in shock. Dan kwamen ze bijvoorbeeld mijn vader tegen op de overloop. Die stelde zich altijd netjes voor, maar dan stond hij wel in zijn blote gat. Er was geen gêne. Dus ja, ik ben een enorme naaktloper en mijn kind is dat ook.”

 

Katinka, 53 jaar, Zutphen: “Laat ik zeggen dat ik mijn mooiste jaren wel heb gehad. Ik heb natuurlijk wel een leeftijd waarop er veel verandert aan je lichaam. Ook in je hoofd, maar ook aan je lichaam. Je zelfbeeld klopt niet meer. Soms kijk ik in de spiegel en denk ik: Mwah, dat ben ik niet. Aan de andere kant pas ik mijn broeken nog aan en als ik een beetje mijn best doe, ziet het er nog best aardig uit. Het is weer een nieuwe fase waar je ingaat, hè? Je bent zoals je bent, maar in je hoofd kan het wel even een lastig een ding zijn.”