Stedendriehoek

Boswachter Henk Ruseler: ‘Jaar van de moeflon op De Hoge Veluwe’

Door boswachter Henk Ruseler

Ik kwam dagelijks met moeflons in aanraking toen ik op De Hoge Veluwe kwam werken. Er ging geen dag voorbij of ik kon ze observeren, fotograferen of bejagen. Deze bijzondere haarschapen zijn oorspronkelijk afkomstig van Sardinië en Corsica. 

In mijn begintijd bij het Park kon ik er zelfs een paar aaien; mijn oud-collega en jachtopzichter Jacques Planta en zijn vrouw Jopie hadden twee aanhalige moeflonooien achter in hun tuin bij de dienstwoning De Pampel lopen. Gabi, de oudste van de twee, was in oktober als extreem late boreling door Jacques gevonden, of eigenlijk had het lam Jacques gevonden. Tijdens een surveillanceronde door het veld was zij, amper twee dagen oud, al blatend naar hem toegelopen om hem vervolgens niet meer uit het oog te verliezen. Aannemende dat het lam door de ooi zou worden opgehaald, deed Jacques verwoede pogingen om het diertje in de bosjes achter te laten. Dit alles zonder succes en zo werd Gabi meegenomen naar de Pampel en met de fles grootgebracht. Later werd Gabi, bij pogingen om haar te laten verwilderen, gedekt door een wilde moeflonram en na een draagtijd van ongeveer vijf maanden, kreeg zij Sunny. Beide moeflons hebben bij de Pampel gelopen totdat Jacques en Jopie naar de dienstwoning in Schaarsbergen vertrokken en ik in de Pampel kwam wonen.

Na veertig jaar het wel en wee van deze wilde haarschapen op De Hoge Veluwe te hebben gevolgd, ben ik nog steeds fan van moeflons en is het voor mij haast onmogelijk om onze weidse landschappen zonder dit icoon voor te stellen. Honderd jaar geleden gaf Anton Kröller opdracht om moeflons als jachtwild op zijn landgoed uit te zetten; inmiddels hebben zij zich uitstekend aangepast aan een leven op De Hoge Veluwe en vervullen zij een rol in het begrazingsbeheer, waarbij de moeflons in tegenstelling tot ’geleide’ schaapskudden het hele terrein permanent gebruiken. Zo dragen zij in een niet geringe mate bij aan het in stand houden van de landschappelijke- en ecologische waarden, die open tot halfopen terreingedeelten bieden.

Dit gegeven is voor het Park reden genoeg om 2021 uit te roepen tot het Jaar van de moeflon, waarin wij, afhankelijk van wat er onder de geldende COVID-19 maatregelen is toegestaan, verschillende activiteiten gaan organiseren en door het jaar heen extra aandacht besteden aan de moeflon.

Vast staat dat in de loop van dit voorjaar een, in nauwe samenwerking met IVN ontwikkelde, speciale moeflonwandeling wordt uitgebracht, en er in het najaar een Moeflonsymposium wordt georganiseerd. Plus dat op het moment dat ik dit schrijf, ergens in het Park de eerste moeflonlammeren hun eerste voorzichtige stappen op De Hoge Veluwe zetten. Na een korte periode van afzondering sluiten de ooien met hun lammeren zich in de loop van maart aan bij de kuddes en zijn ze vanaf dat moment geregeld te zien, vooral op de vlakten rondom Bosje van Staf is er een gerede kans.

Gelukkig is De Hoge Veluwe in al die 100 jaar steeds de vaste woon- en verblijfplaats voor de moeflons gebleven, ruim tweehonderdtwintig zwerven er vandaag de dag rond. Ze zijn niet alleen een prachtige verschijning in het landschap maar ook de natuurlijke beheerders ervan. Het Park ziet de dieren dan ook niet als exoot, maar als een diersoort die er thuis hoort.