Stedendriehoek

BEA

Inmiddels wens ik de keukentafel een goeiemorgen en vraag ik aan de kamerplant of ik hem nog een keertje kan bijschenken. Rare tijden. Een vriendin vroeg me hoe ik dat dag in, dag uit deed. Creatief werken, vaak in m’n eentje.
‘Ik zou gek worden,’ riep ze aan de telefoon en ik antwoordde met: ‘Dan is dat mysterie ook meteen opgelost.’

Die arme horeca. Afhaalmenu’s en bezorgbussen vliegen je om de oren. Cadeaubonnen die alvast gekocht kunnen worden, food-drive-ins en take-away-luiken zijn oplossingen van creatieve slimmeriken die ondanks crisis proberen door te akkeren.

Je kunt langs geen seniorentoko lopen of er staat een orgel te tokkelen. De oudjes hebben nog nooit zoveel vertier gehad. De ouwelui vinden het straks jammer dat de crisis voorbij is. De band was leuker dan het wekelijkse bliksembezoekje van Ben.

Ondertussen worden bij de aan-huis-gekluisterden uit pure verveling woningen uitgemest, muren gewit en tuinhuisjes opgekalefaterd. We weten van gekkigheid niet waar we met onze tijd heen moeten. Hoe leef je als je digitale agenda niet meer bepaalt waar je van uur tot uur en minuut tot minuut heen jakkert? Wat doen we als attractieparken, dierentuinen en kinderboerderijen gesloten zijn? Dan blijkt, in rust en zeeën van tijd, dat er creativiteit opborrelt. Van het sauzen van de slaapkamer tot stoepkrijten voor schoolopdrachten. Als de externe, tijdsbepalende prikkels worden verwijderd, blijkt dat we allemaal een beetje Bea zijn – Crea Bea.

‘Ik heb elke serie van Netflix inmiddels gezien,’ oreert de vriendin verder, ‘de bànk heeft inmiddels doorligplekken. Van mij.’ De vriendin weegt 54 kilo.
Series. Geschreven door de fantasierijken, uitgevoerd door gozers en deerntjes die zich fantastisch in een ander kunnen verplaatsen. Prentenboeken, schilderijen, televisieseries, films, boeken, muziek, gedichten, spelletjes – gecreëerd door andersdenkenden en juist in deze tijd onmisbaar.

Creatievelingen lopen niet in de alledaagse pas. Misschien is dat de reden dat ze creatief zijn? En blijkt dat, nu alle levens overhoop liggen, iederéén op een bepaalde manier vindingrijk is. Wordt nu de onschatbare waarde van muziek, geschreven tekst en toneelspel eindelijk zichtbaar?

Een andere vriendin belt. Ze vindt het zwaar. Vier kinderen, lesgeven thuis en thuiswerken voor de baas. Alle balletjes ineens in huis én omhoog.
‘Maar ik mag niet klagen, er zijn mensen die het veel zwaarder hebben,’ hoor ik haar zeggen.
‘Ik zou willen dat ik iets voor je kon doen,’ fluister ik.
‘Maak maar weer zo’n grappig gedichtje. Dan kunnen we even lachen,’ zegt ze en we hangen op.