Stedendriehoek

149 + 1

U leest column 150. Welke officieel geplaatst is in een krant, tenminste. Nog veel meer stukken hebben de revue gepasseerd, maar dat was online of die wonen nog veilig in een documentenmapje. Ruim drie jaar non-stop schrijven. Mensen vragen dikwijls of het pennen nu dan een stuk makkelijker gaat. Het antwoord is nee. Ik heb een rare verhouding met mijn laptop en het schrijven: ik haat en ik verafgood het. Moet je een bepaalde stijl kiezen? Een doelgroep? Slim op de actualiteiten inspelen – of juist tegen de stroming in zwemmen? Moet het niet wat kwetsbaarder? Lezen de lezers de onderliggende grapjes, de gevlochten zinnen en de kleine knipoogjes wel? Waarom doe ik dit eigenlijk? Wanneer is het af, of beter, wanneer is het goed?

Het schitterende is dat ik er geen antwoord op heb. Net als op miljoenen andere dingen. Ik weet het niet. Ik weet niet waarom ik doe wat ik doe. Iedere zondagavond tot veel te laat tikken. De krant irriteren met een op-het-nippertje-voor-de-deadline-inzending. Elke week weer.

Wat niet veel mensen weten is dat ik voordat ik columnist werd, voor Ahold heb gewerkt. Ik gaf leiding over een aantal teams en vond het een prachtige baan. Maar er kriebelde iets. Ik besloot te auditeren voor de Schrijversvakschool en verwachtte keihard afgewezen te worden. Te weinig ervaring. Te slecht. Er auditeerden 350 mensen, er mochten er 20 door. Geen schijn van kans, dacht ik. ‘Maar dan had ik het tenminste maar geprobeerd.’ Veilig credo.
De school was op zaterdag, de drukste dag van de week voor mijn winkels. Amper nam ik die dag vrij. Ik werd aangenomen. Nu doorpakken, dacht ik. Dit was een teken. Ik moest dóór. Ik nam eind 2016 ontslag en ben bij diverse kranten op de stoep gaan liggen, begon mijn eigen bedrijf (lees: vroeg aan iedere gek op de hoek van de straat of ik voor ze mocht schrijven) en startte nog een opleiding. HBO Communicatie, om ook het zakelijke schrijven en communicatie an sich beter te begrijpen. Het waren onstuimige jaren. Financieel maar zeker ook in het koppie onzeker. Hard werken met nog weinig resultaat. Het is moeilijk om in columnistenland een poot aan de grond te krijgen. Het is morrelen aan deuren, die vaker dicht blijven dan open gaan.

Dit is een andere soort column dan dat u van me gewend bent. Ik besloot eens een voorzichtig boekje, of eigenlijk een krantje, over mezelf open te doen. Je moet niet altijd alles publiceren, maar van sommige dingen is het jammer als ze voor altijd in het documentenmapje blijven zitten.