Columns

Reisvirus

Tijdens de coronajaren mochten we nergens heen qua vakanties. Vervelend was dat, zo’n keuzebeperking en ook nog eens van bovenaf opgelegd, maar het had ook iets rustgevends. Je hoefde immers geen dagen meer uit te trekken, gevuld met hoofdbrekens, met het kiezen van de perfecte aanstaande reisbestemming. Wat ook nog eens als consequentie had dat je tientallen andere geweldige bestemmingen dat jaar logischerwijs niet kon aandoen. Wer die Wahl hat, hat die Qual, zeggen de Duitsers niet voor niets. Alles zou immers anders worden, misschien bleven we wel jarenlang in eigen land ronddartelen.
Maar corona is al lang weer getransformeerd tot een biertje dat ze vooral schenken bij restaurants die gerechten uit de Mexicaanse keuken serveren. De opluchting om niet te hoeven kiezen bleek ook van korte duur, want al snel dook er een nieuw virus op. Dat verraste me toch, hoewel ik het, terugkijkend, best had kunnen zien aankomen. En deze variant heeft misschien nog wel gevaarlijker trekken dan het maatschappij-ontwrichtende COVID-19. Generatiegenoten om ons heen blijken namelijk in no time te zijn aangestoken door het zeer heftige reisvirus. Hier is nog geen doeltreffend medicijn tegen ontwikkeld. Inmiddels kun je wel van een epidemie spreken die nog lang niet is uitgeraasd, waarschijnlijk nog niet eens het hoogtepunt heeft bereikt. Een virus dat vooral wordt gefaciliteerd door urenlange vliegreizen en tweedehands aangeschafte campers inclusief satelliet-tv en inductiekookplaten.

Inmiddels worden we door deze besmette medemensen bestookt met koortsachtige verhalen uit oorden als Groenland, Vietnam, Kenia of Peru. Plekken waar het besmettingsgevaar kennelijk veel minder groot is dan hier in het Westen. Hoe aantrekkelijk al die verre bestemmingen ook door hen die er geweest zijn en het kunnen navertellen, worden neergezet, ik blijf krampachtig weerstand bieden tegen deze reisverleidingen. Hoewel ik inmiddels ernstig betwijfel of ik niet zal bezwijken voordat er een adequaat medicijn ontwikkeld en ingespoten is. Maar als ik de Bosatlas opensla, tel ik op de kaart van Europa zo vijftien schitterende landen waar we nauwelijks een voet hebben gezet. Tegen de tijd dat we die allemaal hebben afgevinkt ben ik waarschijnlijk al lang…. nee, ik ben echt niet Roomser dan die nog niet gekozen Paus. Ga vooral allemaal je goddelijke intercontinentale gang, maar wat is er eigenlijk mis met België?