Columns

De Scheg beweegt naar de 21ste eeuw

Veer-tig miljoen euro. Je moet het een paar keer langzaam hardop uitspreken voordat het kolossale bedrag goed tot je door kan dringen. Een paar jaar geleden zou het trouwens nog voor twintig miljoen hebben gekund. Ook al geen misselijk bedrag, maar bouwkosten zijn geëxplodeerd de afgelopen jaren en zoveel kost het dus vandaag de dag om het gedateerde Deventer sportcomplex De Scheg de 21ste eeuw in te verbouwen. De gemeenteraad is inmiddels unaniem akkoord gegaan met het reserveren van het grote geld. In 2028 moet het allemaal weer helemaal up en running zijn aan de Holterweg. En ook nog eens veel minder energie verbruiken dan nu het geval is. Nu maar hopen dat de kosten de komende jaren geen nieuwe records gaan breken. Het gevoel dat de kostprijs volkomen is losgezongen van de te leveren prestaties heb ik trouwens niet alleen bij dit project, maar bij zo’n beetje alles wat aanbesteed wordt tegenwoordig.
Enfin, ‘Beleving in beweging’ staat er op de buitenkant van De Scheg. Dat is maar goed ook. Want wie niet beter weet heeft geen idee wat er zich achter die metershoge, nietszeggende bakstenen muren allemaal afspeelt. Een 20ste eeuws fort dat vooral uitstraalt dat het liever niemand in de buurt ziet komen of, eenmaal toch binnen geraakt, niet meer wil laten ontsnappen. Terwijl je er toch onder andere fijn kunt zwemmen, schaatsen, squashen, fitnessen en volleyballen. Het gesloten karakter van dit sportcomplex met een regionale functie is al jaren een enorme, gemiste kans. Het staat immers op een beeldbepalende plek aan een zeer druk kruispunt. Met een groot winkelcentrum en NS-station Colmschate als directe buren. Het zou dus helemaal niet zo gek zijn als er ook een stapeltje euro’s wordt gereserveerd om de buitenwereld eens te laten zien wat je hierbinnen allemaal kunt doen op sportgebied. Een paar flinke raampartijen aanbrengen of desnoods videoschermen ophangen zouden al wonderen doen voor de uitstraling van het complex en de directe omgeving. Een docent marketing leerde ons vroeger al; ‘wie voldoende klanten wil gaan trekken moet allereerst zorgen voor een aantrekkelijke etalage.’ Volgens mij nog steeds een uitspraak die hout snijdt.