Stedendriehoek
APELDOORN – Je hebt ze misschien al zien staan: de fietscarrousels bij een aantal bushaltes in Apeldoorn. Dit nieuwe deelfietsenconcept werd eind vorig jaar geïntroduceerd door regionale vervoerder Syntus. “KeoBike is vernieuwend, past bij de ontwikkeling in de samenleving en bij onze visie op ketenmobiliteit”, vertelt Cees Anker, algemeen directeur van Syntus. “Het is ons antwoord op de OV Visie van de provincie Gelderland.”
De testfase van de KeoBike begon vorig jaar december. Inmiddels staan de fietscarrousels op een zestal locaties in Apeldoorn. Het product en het systeem worden nog volop getest door een handvol gebruikers. “We zijn het concept nog niet aan het promoten”, vertelt Hanneke Ruiter, communicatieadviseur bij Syntus.
De KeoBike is een vernieuwend concept om het woon- en werkverkeer te bevorderen. “Deze huurfiets zit niet zoals de OV-fiets vast aan een station, maar de carrousels met fietsen zijn gevestigd in de woonwijk. Op het moment dat je de stad in komt rijden, kun je op de fiets stappen en hoef je niet met de bus de hele woonwijk door. De locaties van de carrousels zijn daarom ook samen met de gemeente zorgvuldig uitgekozen en staan strategisch door de stad.”
Gebruiksvriendelijk
Een KeoBike reserveren en betalen gaat snel en eenvoudig via de Syntus-app. “Je hebt geen sleutel meer nodig. Via de app haal je de fiets op en zet je ‘m weer op slot. Het is erg gebruiksvriendelijk”, meent Hanneke. “De reacties van de gebruikers zijn over het algemeen positief. We geloven dat het een product is waar veel mensen op zitten te wachten. Het is eenvoudig te betalen en laagdrempelig om te gebruiken.” Een KeoBike kost drie euro per dag en dat is voor een huurfiets niet duur.
Syntus heeft de afgelopen maanden de bètaversie van de KeoBike gebruikt om de fietsen te verbeteren. “Medio mei gaan we met een nieuwe release van de app de KeoBike lanceren voor het grote publiek.” Ook in een aantal andere gemeenten wordt de KeoBike geïntroduceerd. “Het doel is om in totaal 20 locaties en 240 KeoBikes op de Veluwe te hebben.”